Mystica, theologe en stichteres van twee Benedictinessenkloosters (1098-1197)

Hildegard van Bingen werd in 1098 geboren in de steek tussen Mainz en Bingen. Haar ouders waren rijk en van adel. Zij was het tiende kind. Als kind werd zij door haar ouders naar de Dissibodenberg gebracht , een benediktijns mannenklooster met een vrouwenkluis die onder leiding stond van Jutta von Sponheim. Als een tiende werd zij daar aan God gegeven om God te dienen. Toen Jutta von Sponheim in 1137 stierf, werd Hildegard als moeder overste gekozen van de vrouwenafdeling.

hildegard-von-bingenIn het jaar 1141 kreeg zij een indringende ervaring (visioen): “Toen ik 42 jaar en 7 maanden oud was, kwam er een vurig licht als een bliksemstraal uit de hemel op m neer. Het doorstroomde mijn hoofd en zette mijn inborst en hart in vuur en vlam, als een gloed die niet verbrandt maar wel verwarmt… Nu begreep ik plotseling de betekenis ten diepste van de Heilige Schrift.” Het zou het begin zijn van vele mystieke ervaringen. Zij sprak over een hemelse Stem in haar, die haar de opdracht gaf alles op te schrijven wat zij in haar visioenen ervaart. Dit heeft zij ook gedaan in haar boeken (Liber Scivias(“Ken Gods wegen”), Liber Vitae Meritorum en Liber Divinorum Operum). Naast deze mystieke werken schreef zij ook over fauna en geneeskunde. Haar biologieboeken werden eeuwen later nog bestudeerd. Zij wist veel van geneeskracht van planten. Bij het opschrijven van haar visioenen werd zij bijgestaan door haar secretaris Volmar, een monnik, en een jongere medezuster Richardis. Met beiden was zij erg bevriend. Opvallend is dat zij haar werken liet illustreren door haar medezusters. Veel zusters sloten zich aan bij de vrouwenafdeling van het klooster. Door haar intelligentie en doorzettingsvermogen wist Hildegard haar afdeling los te maken van het mannenklooster. Tot groot ongenoegen van de abt die minder gediend was van haar geschriften en haar groeiende faam. Maar dankzij goede contacten met de invloedrijke Bernardus van Cleirveaux, de paus (!) en veel Duitse vorsten, kon zij haar eigen weg gaan. In 1150 besloot Hildegard om een eigen klooster te stichten op de Rupertsberg in Bingen. Haar secretaris Volmar werd proost van Rupertsberg. In 1165 stichtte zij een tweede klooster in Eibingen bij Rüdesheim waar nu nog de vitale abdij St. Hildegard van de Benedictinessen staat. Met de lokale geestelijken bleef zij echter voortdurend strijd voeren om haar klooster in te richten zoals zij dat graag wilde.Zij durfde het aan om als vrouw in discussie te gaan met paus, bisschoppen en geestelijken. Zo verweet zij de pausen dat zij zich teveel laten gezeggen door (gewelddadige) kerkvorsten. Aan het einde van haar leven kreeg zij een ernstig conflict met de kerkelijke overheid. Een ridder, die iemand vermoord had maar tijdens zijn ziekbed had gebiecht, had zij tegen de richtlijnen in toch een kerkelijke begrafenis gegeven. Ze weigerde om de overledene uit kerkelijke grond te verwijderen. Uiteindelijk is de aartsbisschop gezwicht voor haar argumenten.

hildegard-von-bingen2Hildegard von Bingen componeerde veel muziek waarvan ze zei dat ze deze melodieën door de engelen aangereikt kreeg. Diep uit haar hart en geest ontsprongen deze melodiën als odes en bewondering voor de heiligen , voor Christus en voor de Schepper.Haar melodiën zijn bijzonder omdat haar toonomvang bijzonder groot is en zeer vrouwelijk van karakter.

De laatste jaren van haar leven ging Hildegard regelmatig op reis;de z.g. “preekreizen” om op uitnodiging van abten en kloosters te preken en om aan politieke leiders advies te geven. In 1179 stierf ze in haar klooster op 81-jarige leeftijd. Reeds in 1227 werd ze heilig verklaard. In de kerk kreeg ze de eretitel van ‘Teutoonse Profetes”. Haar feestdag is op 17 september. Aan het einde van de 20e eeuw groeit er een hernieuwde aandacht voor haar inzichten en wordt haar muziek ‘herontdekt’.

De ziel van de mens is als wind die over de planten waait,
als dauw die druppels op het gras legt,
als regen die alles doet groeien.
Even zo zou van de mens zijn welwillendheid moeten uitstromen
naar iedereen die daarnaar verlangt.
Wind is hij, als hij een mens in nood helpt,
dauw, als hij de eenzamen troost,
regen, als hij de vermoeiden overeind helpt.

Haar visionaire verbeeldingskracht

De grootste (aantrekkings-)kracht van Hildegard is zeker dat zij op een geniale manier het rationele en het emotionele, het mystieke en het analytische, God en mens, taal en klank, vorm en inhoud bijeen weet te houden, te integreren. God staat niet tegenover of boven de mens, maar beiden vinden elkaar in de groeikracht en de wijsheid. Hemel en aarde zijn bij haar niet gescheiden, maar staan met elkaar in contact (geen dualisme). In onze ‘holistische’ tijd spreekt dat erg aan. Haar symboliek komt ‘modern’ over, terwijl ze toch gebruik maakt van moeilijk te doorgronden Middeleeuwse theologie. Zij heeft vooral mystieke aandacht voor de kosmos en gebruikt veel vrouwelijke beeldtaal.

Hildegard legt uit dat het leven en geheel de natuur doordrongen is van een uniforme kracht: de heilige Groene Kracht. Deze groeikracht zit in alle planten en dieren en is ook werkzaam in het menselijk lichaam en de menselijke ziel. Dat Hildegard juist de kleur groen tot heilige kleur uitkoos is erg opvallend. Binnen de christelijke traditie speelt groen een ondergeschikte rol. Het is de kleur van de aarde waarin alles leeft en groeit. Het onderstreept haar waardering voor de natuur. Soms noemt zij de kosmos het lichaam van God.

O, alleredelste groen, dat haar wortel vindt in de zon
en straalt in het heldere licht binnen de kring van de seizoenen,
dat de heerlijkheid van de aarde niet raakt,
omhuld door de kracht van hemelse geheimen,
kleur je als het morgenlicht en vlam je als de gloeiende zon.
Jij groene kracht bent omsloten door liefde.

Het Levende Licht is een andere geliefde symboliek voor God. Alle schakeringen van het Licht, van blauw tot fel rood, verwijzen naar verschillende vormen van Gods krachtige aanwezigheid in de wereld. Met het beeld van de Goddelijke Wijsheid (vaak beschreven in vrouwelijke gestalten!) maakt zij duidelijk hoe Gods Geest zijn kennis en inzichten aan de mensen mede deelt.

hildegard-von-bingen3Zij heeft haar visioenen niet alleen in beelden en taal beschreven, maar ook in klanken en muziek vorm gegeven. Zij heeft heel gevoelige composities gemaakt, liederen en symfonieën. Zelf zegt zij: “Ik ben de bazuinklank van het levende licht.” Zij voelt zichzelf als het instrument waarmee de adem, de geest van God tot leven komt.

Verder lezen en luisteren

Goed leesbare inleiding is Hildegard van Bingen, Profetes van kosmische wijsheid van Ingrid Riedel (Ten Have, Baarn, 1996). Ook: Hildegard, een genie uit de Middeleeuwen van Etty Mulder (Ambo, Amsterdam 1982). De Schola van de Benedictinessen Abdij van St. Hildegard heeft verschillende CD’s uitgebracht. De vocale groep Sequentia heeft bijna haar gehele werk uitgevoerd bij Deutsche Harmonia Mundi.
Informatie op het internet:
– De Nederlandse Hildegard van Bingen website.
– Museum en ruine van Hildegards abdij in Disibodenberg.
– De abdij St Hildegard in Rüdesheim am Rhein, de tweede abdij van Hildegard.
– De International Society of Hildegard von Bingen Studies biedt een

 

 

 

Hildegard von Bingen over het gras en de planten en het groen.

 

Dit heilige groen zit in planten, maar evenzo is het werkzaam in het menselijk lichaam en de menselijke ziel:

 

O, alleredelst groen,

dat wortelt in de zon

en straalt in heldere lichtheid

binnen de kring van het draaiend rad,

dat de heerlijkheid van het aardse niet raakt:

omarmd door de hartskracht van hemelse geheimen

kleur je als het morgenlicht

en vlam je als de gloeiende zon.

Jij groen

Bent omsloten door liefde.

 

 

Als centraal begrip in Hildegards visie op de schepping omvat de ‘viriditas’ de vitale levenskracht van alle wezens en dingen, en daarmee draagt zij ook alle genezingsprocessen van het lichaam en de ziel. De ‘viriditas’ beïnvloedt ook de mentale vitaliteit, het verstand en het geweten van de mens. ‘De levende geest gaat uit, wordt het groenend lichaam en draagt zijn vrucht: dit is leven.’ Zo ziet Hildegard het ontstaan van alle levende wezens. In een van haar mooiste verzen beschrijft zij de helende kracht:

 

O, helende kracht die zich een weg baant!

Alles doordring je,

in de hoogte, op aarde, in de afgronden overal,

jij voegt en sluit alles ineen.

Door jou drijven de wolken, zweven de hemelen,

druppelen de stenen van vocht,

doen de bronnen hun beken opborrelen,

door jou ontspringt het verfrissend groen aan de aarde!

Je voert ook mijn geest naar de verte,

Jij waait je wijsheid in hem

en met de wijsheid de vreugde!

 

Overeenkomstig haar visie op de kosmos ziet Hildegard de ziel van de mens als volgt:

 

De ziel is als een wind die over de planten waait,

als de dauw die druppels op het gras legt,

als de regen die alles doet groeien.

Evenzo zou van de mens zijn welwillendheid moeten uitstromen

naar iedereen die daarnaar verlangt.

Wind is hij, indien hij de miserabelen helpt,

dauw, indien hij de verlatenen troost,

regen, indien hij de vermoeiden overeind helpt

en hen met de leer vervult als hongerenden:

indien hij aan hen zijn ziel geeft.

 

Uit het boek: “Nada Brahma- de wereld is geluid”

Van Joachim-Ernst Behrendt:

 

Blz. 62: “Evenals zeedieren werd tot voor kort ook van planten aangenomen dat ze stil zijn. Ze groeien geluidloos. Er is geen levensvorm stiller dan de plant. Men ontdekte echter dat er ook in het plantenrijk geluiden zijn. In Israël, Groot-Britannië en de USA heeft men foto-akoestische spectroscopie gebruikt om geluiden van een roos hoorbaar te maken op het momet dat de knop open barst: een orgelachtig dreunen, dat aan de geluiden van de Toccata van Bach doet denken of aan de “Hemelvaart voor orgel”” van Messiaen, dus wat in de westerse muziek aan “opbrekende” opeenvolgende akkoorden doet denken. Dr. David Cahen van het Weizman Institute of Science in Israël en Dr. Gordon Kirkbright van het Imperial College in London hebben de mogelijkheden van foto-akoestische spectroscopie zeer nauwkeurig onderzocht.   Zij noemen het “luisteren naar cellen”. Hun werk heeft aangetoond dat zelfs een eenvoudige korenstengel een geluid heeft. Stel je eens duizenden stengels voor die naast elkaar in een veld groeien, ieder met zijn eigen geluid, een golvende symponie van geluiden. Zeker, geen mensenoor kan ze horen. En toch zouden deze geluiden niet bestaan als er geen zintuigelijk systeem was, dat ze opving. Als je de volgende keer in een bergweide staat, probeer dan dit zintuigelijk systeem in je zelf te activeren. Kijk naar de miljoenen bladeren, bloemen en kruiden die daar groeien en probeer je in te denken dat ieder van hen een eigen geluid heeft. Het is het lied van het leven par excellence., een enorm koor, miljoenen en miljarden geluiden, die in een grote polyfonie tot één harmonie worden, welke iedere menselijke verbeelding te boven gaat.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat planten in een wei, een veld of een bos verwelken als hun vibraties ( dat wil zeggen hun geluiden) zich in disharmonie tot andere planten in de omgeving verhouden. Liefhebbers van planten hebben altijd al geweten dat zekere soorten planten het niet goed doen in elkaars nabijheid, hoewel ze dezelfde soort grond en hetzelfde klimaat nodig hebben. Nu weten we de reden voor dit fenomeen. Ze doen het niet goed samen omdat hun vibraties niet goed harmoniëren, omdat hun geluiden niet met elkaar overeenstemmen, omdat ze in disharmonie zijn of in termen van de harmonieleer: omdat hun geluiden niet samen vibreren in de lage, gehele getallen.

Dus is het geen wonder dat planten ook muziek kunnen horen en onderscheid kunnen maken tussen verschillende soorten muziek. Aan het Ïnstitute for Biology in Colorado heeft Dr. Dorothy Retallack een proef gedaan met planten van dezelfde soort , op dezelfde grond gepoot met dezelfde bewatering.

 

De ene groep werd blootgesteld aan muziek van Bach. De tweede groep aan Sitarmuziek van Ravi Shankar en de derde groep aan geen enkele muziek. De planten groeiden meer op muziek van Bach. Ze leunden vijfendertig graden voorwaarts naar de luidsprekers. De muziek van Ravi Shankar gaf een nog groter effect. De planten groeiden zo dat ze meer dan zestig graden naar de luidsprekers groeiden en de boxen omhelsden. De planten zonder muziek groeiden langzaam zonder versnelling.

Jazz deed het ook goed. Popmuziek het minst. Ook de tijden waaraan planten blootgesteld worden aan muziek maken veel uit. De hele dag popmuziek in een plantenkas laat de planten wegkwijnen.

Enkele uren klassieke muziek doet hen goed. Het gras zingt honderd uit, we kunnen het niet bevatten. Het nederliggen in het gras (Jezus) krijgt zo een andere dimensie. Opgenomen zijn in een polyfonie van harmonie.